SAMENVATTING ONS GELD

SAMENVATTING VAN ONS GELD IN 13 STELLINGEN

De volgende 13 stellingen geven een overzicht van de voornaamste punten en argumenten van Ons Geld:

1) Het huidige geldsysteem blokkeert de aanpak van maatschappelijke problemen en een uitweg uit de crisis

De technologische kennis, arbeid en het productief vermogen om onze maatschappelijke problemen aan te pakken bestaan grotendeels of kunnen op korte termijn ontwikkeld worden. Dat die aanpak nauwelijks plaats vindt is omdat de overheid er onvoldoende geld voor heeft. Dat tekort is een direct gevolg van ons huidige geldsysteem. Zo verhindert het huidige geldsysteem de aanpak van onze grootste maatschappelijke problemen en een uitweg uit de crisis.

2) Geld hoeft niet schaars te zijn

Geld is een ruilmiddel, rekeneenheid en spaarmiddel. Het is iets kunstmatigs, iets waarvan we hebben afgesproken dat het een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Omdat het meeste geld virtueel is, dat wil zeggen niet fysiek bestaat maar alleen voorkomt in de databanken van computers, kan het in principe naar believen worden bijgemaakt.

3) Geld als obstakel voor de aanpak van maatschappelijke problemen

Ons wordt voorgehouden dat gebrek aan geld het grote probleem is voor de aanpak van de ecologische, economische en sociale problemen van onze maatschappij. Dat is irrationeel: omdat geld in principe naar believen kan worden bijgemaakt zou gebrek eraan nooit een obstakel moeten zijn om onze maatschappelijke problemen op te lossen.

4) Geldcreatie: het privilege van private banken

Bijna al ons geld wordt gecreëerd door private banken, zoals in Nederland de ABNAMRO, ING en RABO. Dat gebeurt uit het niets, door een boekhoudkundige handeling die plaatsvindt als een bank een lening verstrekt. Het privilege om op die manier geld te mogen scheppen levert banken baten op die eigenlijk ten goede moeten komen aan de hele maatschappij.

5) Huidig systeem lijdt tot instabiliteit en verschulding

Het huidige systeem van geldcreatie leidt tot instabiliteit en crises. Private banken scheppen teveel geld als het goed gaat, en te weinig als het minder gaat en de economie juist geld nodig heeft. Private geldcreatie is onlosmakelijk verbonden met renteheffing. Dat leidt tot groeiende schulden die bij een inzinking onbetaalbaar worden.

6) Geen geld voor het oplossen van maatschappelijke problemen en investeringen in duurzaamheid

Er wordt alleen geld gecreëerd voor wat banken en hun klanten belangrijk vinden, maar niet voor bredere maatschappelijke doelen. Daarvoor moet de overheid belasting heffen of geld lenen. Door bestaande verplichtingen en hoge schulden, vooral door het redden van banken tijdens de financiële crisis, is er te weinig geld voor uitgaven in het algemeen belang.

7) Nadelen van geldcreatie door private banken: van crisis naar crisis

Private banken stonden aan de basis van de financiële crisis van 2008. Centrale banken proberen de daarop volgende economische crisis op te lossen door de banken te stimuleren meer geld uit te lenen. Veel van dit geld wordt gebruikt voor speculatie, omdat private banken en andere financiële spelers denken daarmee meer winst te kunnen maken. Zo legt de financiële sector, met ongewilde steun van de centrale banken, de basis voor de volgende crisis.

8) Publieke geldcreatie

Overheden hebben vrijwel geen greep op geldcreatie en distributie. Dit is een democratisch tekort en gaat ten koste van het algemeen belang. Geldcreatie is een nutsfunctie die onder controle van de overheid moet staan. Geldcreatie door de staat, door een onafhankelijke monetaire autoriteit, is een logisch en aantrekkelijk alternatief voor geldcreatie door private banken. In zo’n systeem zou nieuw geld schuldvrij in de economie worden gebracht.

9) Voordelen van publieke geldcreatie

Publieke geldcreatie zou zowel publieke als private schulden verminderen. Het zou economische pieken en dalen, speculatie en daarmee, de kans op nieuwe financiële crises verminderen. Het zou meer mogelijkheden geven om inflatie en deflatie te bestrijden. Het zou de overheid veel ruimere middelen verschaffen zonder dat daar hogere belastingen of schulden voor nodig zouden zijn.

10) Publieke geldcreatie kan groeidwang verhelpen

Geldcreatie door de overheid zou de dwang tot economische groei wegnemen. Die komt voort uit de noodzaak de met private geldcreatie samenhangende schulden terug te betalen met rente. Bij door de overheid schuldvrij gecreëerd geld verdwijnt die noodzaak, en kan de weg worden geopend naar een economie en maatschappij gebaseerd op een duurzaam gebruik van eindige hulpbronnen.

11) Geldcreatie voor het oplossen van maatschappelijke problemen: een politieke keuze

Publieke geldcreatie zou veel meer ruimte geven voor investeringen in het algemeen belang. Kiezer en politiek moeten echter wel voor zo’n besteding kiezen: men kan de baten van publieke geldschepping ook gebruiken voor (nog meer) niet-duurzame consumptie en het daarmee nog sneller opsouperen van eindige hulpbronnen.

12) Geloof in de markt belemmert het zoeken naar alternatieven

Een groot obstakel voor de hervorming van het geldsysteem is de gangbare economische wetenschap. Het geloof dat het marktmechanisme voor de juiste geldhoeveelheid zorgt leidt er toe dat het huidige geldsysteem niet ter discussie wordt gesteld. Zo sterk is dat geloof dat zelfs de enorme problemen veroorzaakt door de crisis van 2008 geen stimulans zijn om naar alternatieven te kijken.

13) De noodzaak van een debat over een alternatief geldsysteem

Er moet een debat komen over het huidige geldsysteem en over het alternatief: publieke geldcreatie. Politieke partijen maar ook het maatschappelijk middenveld, zoals vakbonden, milieu- en andere ideële en belangenorganisaties, zouden op zo’n debat aan moeten dringen.